Blogopmaak

Oude namen in Bunschoten-Stad

Soms komen bij het Centrum voor Erfgoed & Cultuur vragen binnen, die niet zomaar of soms helemaal te beantwoorden zijn. Zo’n vraag betreft bijvoorbeeld wat de betekenis is van de naam ‘Riezekater’. Een vraag waar het antwoord niet op is te geven. Wat de Riezekater is, is gemakkelijker te beantwoorden. Dat is of was de buitenste rand van de oostelijke stadsweiden. Een laag gelegen strook grond die in het vroegste begin van de stad Bunschoten waarschijnlijk een onderdeel was van de Stadsgracht rond de stad. De Riezekater liep vanaf de plaats waar nu de Zuiderkerk staat, tot aan de Dorpsstraat bij de Veenestraat. Het was slecht land.

Het woord is te splitsen in ‘rieze’ en ‘kater’. Als dat dialect is, kan het gelezen worden als rijzen. Kater is wellicht bedoeld als een beroerde of vervelende situatie. Dat lost niet veel op want van deze combinatie is, zonder een ruime fantasie, niet veel te maken. En met fantaseren of iets proberen uit te leggen, doen we de geschiedenis meestal geen recht.


Andere namen

In de stad Bunschoten komen meer namen voor die soms wel en soms niet zijn te verklaren. Aan de westkant van de stadsweiden lagen oorspronkelijk ook twee stroken grond langs de gracht. Die hadden Het Grafje of Grafien als naam. De oud-Nederlandse woorden graav of grave(n), hadden sloot, of gracht als betekenis. Dat kan er op wijzen dat deze stroken ooit deel uitmaakten van de stadsgracht. Dat ligt voor de hand als de gracht ooit breder was.

Op de plaats waar nu het oostelijke deel van de Schoolstraat loopt, lag een perceel grond met een kromming erin. Dat terrein ging als de Kromme Wouter door het leven. Een perceel tegen de huidige De Kleine Pol aan was de Beulskamp. Een plaats waar terechtstellingen plaatsvonden. Hier kan wellicht een galg hebben gestaan.

Enkele percelen in de westelijke stadsweiden hadden ook een naam: de Houthof, de Hoge hof, de Frankenhof, Botermarkt en Oostindiën. Voor de eerste drie kan gemakkelijk een betekenis worden bedacht. Bij Botermarkt wordt automatisch gedacht aan een markt voor boter. Maar of die er ooit echt is geweest? Het blijven raadsels net zoals de naam Oostindiën. Een naam die is gegeven aan het driehoekige stuk grond tegenover de molen.

Een laatste en gemakkelijker te verklaren naam is ‘de Lage Hof’. Later ook Kostverloren genoemd. Dat is het oostelijke deel van de gedempte Bunschoter haven. Begrijpelijk lag dat laag en was de moeite om daar de kost te verdienen bij voorbaat gaat mislukken.


Waarde van veldnamen

De meeste veldnamen is in de vergetelheid geraakt. Door de uitbreiding van de dorpskernen, de ruilverkavelingen en de vermindering van landbouwactiviteiten verloren steeds meer veldnamen hun functie. Het is niet vreemd dat daardoor, zelfs bij ingewijden, de huidige kennis van veldnamen vaak beperkt blijft tot de namen die op de kadasterkaarten staan. Maar dat aantal is maar een fractie van de veldnamen die ooit in zwang waren. In de kadastrale atlas van Bunschoten zijn tientallen namen vastgelegd.


Gelukkig zijn in de uitbreidingsplannen Broerswetering en Rengerswetering veel van die oude namen als straatnaam gebruikt. Zo blijven ze bewaard en krijgen een waardevolle nieuwe functie. Ze geven iets eigens weer van onze gemeenschap en hebben daarmee meer waarde dan bijvoorbeeld om maar wat te noemen een Chopinstraat.

Aie ter Beek • sep. 08, 2021

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: