Blogopmaak

Een klooster in Bunschoten

Een tijd geleden kwam er een vraag over waar het Catharina klooster had gestaan. Degene die de vraag stelde was benieuwd naar wat voor klooster het was, tot welke orde het behoorde en wanneer het verdween. De vraag ontstond naar aanleiding van een opmerking dat er een archiefstuk uit 1300 is, waar gesproken wordt van de vestiging van een vrouwenklooster in Bunschoten. Vragen die ontstonden nadat op google was gezocht naar een klooster in Bunschoten en die verwezen naar een paar zinnetjes. Zinnetjes die dus alleen maar vragen opriepen. Maar wat is er nu echt waar.

Sint Nicolaashoofd

Feit is dat er al decennia geruchten zijn over een klooster in Bunschoten. Een klooster dat gestaan zou hebben in de polder ten noorden van het Sint Nicolaashoofd. Waarop die geruchten zijn gebaseerd, is niet te herleiden. Feit is wel dat ter plaatse de grond hoger lag omdat er een zandrug aan de oppervlakte kwam. In 1932 is die hoogte afgegraven om daarmee het kerkhof uit te breiden. Het was een werkverschaffingsproject waar de Bunschoter Bode aandacht aan schonk. Terloops wordt gemeld dat een paar doodshoofden en wat beenderen zijn gevonden. Helaas was dit geen reden nader onderzoek te doen. Maar misschien was dit ene zinnetje de basis voor de geruchten. Om die reden is in 1991 in dit gebied een archeologisch onderzoek verricht. Een intensief booronderzoek wees uit dat er in ieder geval geen fundamenten in de grond bewaard zijn gebleven. In de niet verstoorde ondergrond werden geen scherven gevonden. Er werden alleen bakstenen uit de nieuwe tijd gevonden. De enige conclusie die op basis van het onderzoek getrokken kon worden was dat als er ooit een klooster heeft gestaan, het grondig is opgeruimd.


Vergadering

Maar is dit dan de hele verklaring? Dat niet. In oude geschriften over Bunschoten is sprake van een religieus gezelschap. Zoals bijvoorbeeld is beschreven in de ‘Beknopte beschrijving der provincie van Utrecht’ uit 1799. Daarin staat dat in Roomse tijden er te Bunschoten een Vergadering was van Geestelijke maagden. Bij het woord ‘Vergadering’ moeten we denken aan een soort orde of gezelschap dat op grond van vrijwilligheid, naar bepaalde regels leefde. Ze onthielden zich van allerlei geneugten van het leven en zagen in vroomheid het levensdoel. De pastoor van Bunschoten had ze onder hun hoede, was de biechtvader, zag toe op hun leven en stond ze met raad en daad bij. Die Vergadering was in het jaar 1542 naar Amersfoort vertrokken.

Het is de vraag of dat jaartal correct is. In ‘Bruit van d’Eem’ een boekwerk over de geschiedenis van Amersfoort, staat dat de stad in 1422 werd verrijkt met een nieuw convent, namelijk van Sint Barbara. Een convent dat tot dat jaar in Bunschoten stond. Ze gingen daar wonen in wat kleine huisjes nabij de Zuidsingel. De zusters uit Bunschoten werden aangeduid als de zusters van Sint Geertruides. In een akte uit 1423 geeft de Bisschop van Utrecht hen toestemming om hun huis met toebehoren over te brengen naar de stad Amersfoort en er een nieuw huis, gewijd aan de H. Johannes, evangelist, en de H. Barbara, te betrekken. Ze verhuisden omdat ze in Bunschoten onvoldoende bescherming kregen.


Convent

Er is wellicht nog een naam die aan de Vergadering herinnert. Tussen de Rengersweg en de Groeneweg lag/ligt een perceel grond dat de naam Het Convent droeg. Het kan zijn dat het eigendom was van de Vergadering. Bij de opstelling van het kadaster in 1832 was dit perceel eigendom van de stad Amersfoort. Is het ooit door de stad overgenomen van de zusters van Geertruid? Dat is niet duidelijk, maar het is niet ondenkbaar.

Een convent heeft meerdere betekenissen als bijvoorbeeld een klooster, een vergadering of een gemeenschappelijke woning. Een gemeenschappelijke woning was ook wel een begijnhof die in de nabijheid van een kapel of kerk stond, al of niet omgeven door een muur. In die gemeenschappelijke woning woonden arme of bejaarde personen dan wel alleenstaande begijnen. Dat vrouwen die continu gebeden prevelden.

Zeker is dat die vergadering een woning heeft gehad. In Bunschoten zouden we dat moeten zoeken in de nabijheid van de huidige Sint Catharinakerk. Op oude foto’s is te zien dat de tuin van de pastorie aan de noordkant is afgezet met een flinke zware muur waarvan een klein deel nog steeds aanwezig is. Is dat een restant van de Vergadering van Geestelijke Maagden? Het is alleen maar gissen.

Kortom, er is ooit in Bunschoten iets geweest dat met een klooster is te vergelijken, maar het hoe en wat is en blijft waarschijnlijk in de nevelen van de historie verborgen.

Arie ter Beek • sep. 08, 2021

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: