Blogopmaak

Namen in relatie tot de Zuiderzee

Het komt voor dat er ineens verschillende vragen komen die op de een of andere manier een relatie met elkaar hebben. Zoals bijvoorbeeld de herkomst van de straatnaam Oude Bocht en Ark in de polder Arkemheen. Namen die met elkaar gemeen hebben dat ze een relatie hebben met de Zuiderzee.

De Oude Bocht

Tegenwoordig is de Oude Bocht vooral bekend als straatnaam. De oorsprong van de naam is te vinden de Zuiderzee. Het was een aanduiding van een deel van de kuststrook aan de oostkant van Spakenburg. Net als De Pinne en De Hârdegheid. De Hârdegheid en de Oude Bocht lagen redelijk dicht aan de kust. De Pinne iets verder de zee in. De Pinne was een gebied met boomstronken en dus niet zo fijn om met een kuilnet te vissen.

Er zijn nog andere namen die een relatie hebben met de Zuiderzee. De namen van de hofjes ten westen van de Zuiderzeelaan, verwijzen naar ondiepten of gebieden in de Zuiderzee. Dat zijn de namen Geldersman, Harderwijker Bank, Hoornse Hop, Enkhuizer Zand, Medemblik­ker Span, Wieringer Vlaak. Dat zijn niet de enige namen die op de Zuiderzee in gebruik waren. Er was bijvoorbeeld ook nog de Val van Urk, de Nagel en de Knar.

 

Landmerken

De schippers op de Zuiderzee gebruikten ter oriëntering bepaalde punten op de wal als herkenningspunt. Dit waren gemakkelijk herkenbare hoge gebouwen op de wal als kerktorens en molens. Door die punten op een lijn te brengen, wist men waar men zich ongeveer op de Zuiderzee bevond. Op die manier onthield men ook plaatsen waar ze gingen vissen.

Een voorbeeld daarvan is de lijn Ark en de toren van Nijkerk. Zag je dat vanaf het water in een lijn, dan had je op de Zuiderzee/IJsselmeer een diepte van een meter of vier vijf waar goed in gevist kon worden. En zo waren er meer zoals de Bunschoter toren rond en Amersfoort aan Bunschoten.


Ark

Ark is een verdwenen nederzetting ten noorden van Nijkerk. De naam wordt als Archi al genoemd in een akte uit 855. In de loop van de tijd werd de naam verbasterd tot Erke, (H)erca en tot slot Ark. Archi is te verklaren als een nederzetting bij een dam, sluis of waterkering. Waarschijnlijk lag deze nederzetting ongeveer vier kilometer ten noorden van Nijkerk in wat later de Zuiderzee werd. Al voor het jaar 1400 is deze nederzetting verdwenen. Met het inklinken van de bodem en de stijging van de zeespiegel werd Ark door de golven van de Zuiderzee verzwolgen. In Zuidelijk Flevoland zijn restanten van Ark aangetroffen. Naast vuurstenen en een stenen bijl werden ook potscherven en een Arker kogelpot gevonden uit de tweede helft 13e eeuw.

 

Dat de naam in latere eeuwen nog voorkomt komt omdat deze van toepassing werd op bewoning aan de Zeedijk. Bebouwing die na 1800 nauwelijks meer aanwezig was. Tegenwoordig leeft de naam nog voort in boerderijnamen als Grote Ark en Kleine Ark aan de Arkerweg en samengevoegd in Arkemheen en Arkervaart.

Dat Ark werd verzwolgen door de zee is een van de beide mogelijke verklaringen voor de herkomst van de naam Nijkerk. Nijkerk werd in dialect uitgesproken als Niekark, hetgeen mogelijk een verbastering zou kunnen zijn van ‘Nieuw Ark’. De bewoners van Ark verhuisden destijds naar hoger gelegen gronden.

In 1356 verleende hertog Reinoud III van Gelre dijkrecht aan geërfden van Putten en Nijkerk om langs de Zuiderzee een tien kilometer lange dijk aan te leggen die Nijkerk tegen de Zuiderzee moest beschermen. De door de bedijking ontstane zeepolder kreeg de naam Arkemheen.


Arie ter Beek • sep. 08, 2021

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: