Blogopmaak

Nummers van Vissersschepen

Het is voor veel mensen een leuke hobby om in de familiegeschiedenis te duiken. Niet alleen het opmaken van een stamboom, maar ook het zoeken naar andere informatie. Het is niet zo vreemd dat dan ook de botter van een verre voorouder in beeld komt. Vaak is er in de familie niet veel meer over bewaard gebleven dan het nummer. Dat is belangrijk want zonder nummer wordt het moeilijk, zeker als de eigenaar ook nog Koelewijn of De Graaf als naam had.

Onlangs kwamen er zo kort na elkaar twee vragen over een nummer en of er meer van bekend was van de botter. Gelukkig waren de nummers bekend. Het waren de nummers BU 175 en BU 127. Dat maakt het zoeken een stuk gemakkelijker. 

Het nummeren van vissersschepen vond plaats nadat in 1882 de landen rondom de Noordzee hadden afgesproken dat er visserijnummers moesten komen om de schepen te kunnen identificeren. Dat vond vanaf 1883 plaats. In 1911 werd de Zuiderzee tot kustwater verklaard en moesten alle Zuiderzeevissers zich opnieuw laten registeren. Vanaf dat jaar werden nummers van schepen die niet meer bestonden, opnieuw uitgegeven. Na de afsluiting van de Zuiderzee hoefden de IJsselmeervissers geen nummer meer te voeren omdat het IJsselmeer binnenwater was. Dat zorgde voor een onherkenbaarheid van de schepen waardoor nog voor 1940 werd bepaald dat ook vissers op het IJsselmeer een nummer moesten hebben. Het betekende dat ruim vijf jaar na 1932 niets werd geregistreerd. 

Het voorgaande betekent dat niet van alle schepen de gegevens zijn te achterhalen. En ook dat een nummer eigenaren uit verschillende families kan hebben gehad. Als de gegevens wel compleet zijn, is de levensloop van een schip redelijk te achterhalen. 

Zo konden van de BU 175 al snel wat gegevens worden doorgegeven. Het schip werd in 1934 naar Harderwijk verkocht en werd daar als visserschip ingezet. De naam van de nieuwe eigenaar, Foppen, was wel bekend, maar niet het nummer waaronder werd gevist. Gelukkig is er in Harderwijk iemand die zich in de nummers heeft verdiept. Die wilde het uitzoeken, maar stuitte op het probleem dat er 19 vissers van die naam waren. Gelukkig kon hij achterhalen dat het de HK 136 moest zijn. In 1953 werd de botter naar Kampen verkocht en het werd het de KP 152. Een paar jaar later, in 1958 kan het zijn dat de Harderwijker zijn botter weer terugkocht. Dat is niet helemaal zeker. Het kan ook zijn dat de botter in dat jaar in de pleziervaart terecht is gekomen. Dan houdt het meestal op want veelal waren de schepen na een paar jaar te slecht om mee te varen en verdwenen ze uit zicht door sloop of wat dan ook.

De geschiedenis van de BU 127 is een bijzonder verhaal. In 1916 was het schip eigendom van de scheepswerf. Omdat bij de watersnood de botter van J. van Diermen onherstelbaar werd beschadigd, nam hij de BU 127 over. Daarvoor had hij de BU 68, maar om welke reden dan ook bleef hij het nummer BU 127 voeren. Niet duidelijk is ook wanneer Van Diermen is gestopt. Dat is halverwege de jaren 1930 waarin geen gegevens werden bijgehouden. In 1942 duikt het nummer weer op, maar het is niet na te gaan of het de botter was waarop Van Diermen voer. Waarschijnlijk niet want later komen we het schip tegen in de pleziervaart waarbij Van Diermen als vorige eigenaar wordt genoemd. In 1946 is de BU 127 verkocht naar Harderwijk en werd het de HK 26 waarna er nog drie jaar mee is gevist. Daarna is het ook in de pleziervaart terecht gekomen. Er bleek dus wel wat te vinden, maar door het niet bijhouden van de registratie in de jaren 1930, is er geen volledige zekerheid te geven.

Het voorgaande maakt wel duidelijk dat over de historie van botters vaak wel het een en ander is te vinden.

Naar nummers van botters wordt regelmatig gezocht zoals uit het voorgaande blijkt. Er is ook nog een serie nummers waar minder naar wordt gezocht en dat zijn de nummers van melkbussen. Die zijn gemakkelijk te achterhalen voor zover ze door Eemlandia werden uitgegeven. Later kwamen er ook nummers van de Volnij. Het achterhalen daarvan is wat moeilijker.

Arie ter Beek • sep. 08, 2021

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: