Blogopmaak

De Oude Pol

Onlangs kwam de vraag waar de naam De Ouwe Pol vandaan komt en ook of er dan ergens een Nieuwe Pol is. Een begrijpelijke en interessante vraag, Alleen wel een vraag waar niet met 100% zekerheid een goed antwoord op is te geven. Maar er is wel wat over te vertellen.

Waar de Oude Pol ligt, is niet op kaarten vastgelegd zoals dat soms met andere benamingen het geval is. In zijn algemeenheid wordt de plaats waar de drie dijken samen komen, als de locatie gezien. Die drie dijken zijn de Veldendijk (het oude dijkje langs het Eemmeer), de Westdijk en de Eemdijk. Het ‘oude’ in de naam veronderstelt inderdaad dat er ook een nieuwere pol zou zijn. Maar het woord ‘oud’ hoeft niet altijd met ouderdom te maken te hebben. Het kan ook aangeven dat iets voormalig is, dat het nu niet meer bestaat. Dus dat er vroeger wel een pol was, maar nu niet meer.

In dat verband is het van belang te weten wat een ‘pol’ is. In het algemeen is dat te zien als een zandheuveltje of een kleine hoogte in het landschap. In lagergelegen gebieden vaak ook een gebiedje dat wat hoger ligt dan de omgeving. Door inklinking of afgraving kan die hoogte zijn verdwenen en werd het dus de ‘Ouwe Pol’. In die zin dat de pol er niet meer was.

Overigens is de Ouwe Pol niet de enige pol in de gemeente. Als straatnaam bestaat de Polstraat. Die naam is afgeleid van Janus z’n Pol. Dat was een stuk weiland op de hoek van de Molenstraat met de Talmastraat. Dat lag ook wat hoger en werd daarom al in de jaren 1920 bebouwd door de Woningbouwvereniging Het nut der gemeente. De Talmastraat heette aanvankelijk ook Janus Polstraat.

Verder is het buurtje aan het begin van de Veenestraat in de volksmond ook bekend als de Pol. Een naam die in het vergeetboek is geraakt. Al verwijst de straatnaam De Kleine Pol in principe ook nog naar de aanwezigheid van een hoogte. Niet voor niets werd deze locatie in 1901 gekozen voor de bouw van de stoomzuivelfabriek De Kleine Pol. Al roept het woord ‘kleine’ dan weer vraagtekens op. Wellicht was dat ter onderscheiding van de grotere Pol aan de Veenestraat.

Een mogelijke verklaring voor de naam kan ook zijn dat het vanuit zee gezien een zogenaamd landmerk was. Zoals bijvoorbeeld ook de Ouwe Bocht, de Hârdegheid, de Mullem of ’t Vlaok. Feit is wel dat het vanuit zee een herkenningspunt was.

Arie ter Beek • jul. 27, 2021

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: