Blogopmaak

Stoomzuivelfabriek Eemlandia

Schilderij van Eemlandia

Een gebouw dat in de gemeente Bunschoten een rijke geschiedenis heeft, is de voormalige Stoomzuivelfabriek Eemlandia. Een gebouw dat om diverse redenen geschiedenis heeft geschreven.

Het gebouw verrees in 1918. De aanleiding daarvoor was dat de zuivelfabrieken die tot dat moment in de gemeente Bunschoten bestonden, De Kleine Pol en De Eemdijk, door een aantal particulieren waren gesticht. De winst die met deze fabrieken werd behaald, vloeide in de zakken van de eigenaren. Overal in het land waren inmiddels zuivelcoöperaties ontstaan. Dat was een bedrijfsvorm waarbij de leveranciers van de melk lid konden worden. De coöperatie was van de leden en zij deelden direct in de winst. In Bunschoten probeerden de melkleveranciers de NV stoomzuivelfabriek De Kleine Pol over te nemen, maar de aandeelhouders voelden daar niet voor. De boeren die geen aandeelhouder waren in de NV, zagen geen andere mogelijkheid dan om zelf maar met een zuivelfabriek te beginnen. Ze richten een coöperatie op en binnen zeer korte tijd werd opdracht gegeven voor de bouw van een nieuwe fabriek die de naam Eemlandia ging dragen. Een naam die eenvoudigweg was afgeleid van het Eemland waar het product vandaan moest komen om de fabriek draaiende te houden. De leveranciers begonnen hun melk gelijk aan Eemlandia te leveren die de melk liet verwerken in de melkfabriek in Hoogland. Daarmee verloor De Kleine Pol haar bestaansrecht en nog voordat de nieuwe fabriek klaar was, verkochten de aandeelhouders hun vennootschap aan de coöperatie.

Intussen was aan de zuidkant van Bunschoten in een gebied waar in die tijd nog nauwelijks bebouwing aanwezig was, begonnen met de bouw van de enorme fabriek. Men zag een grote toekomst voor zich. Die was er ook, maar die kende zowel hoogte- als dieptepunten. Tien jaar na de bouw werd de fabriek door een felle brand verwoest. De oorzaak was waarschijnlijk brandstichting maar dat is nooit opgehelderd. De fabriek werd herbouwd en in de decennia erna tweemaal flink uitgebreid. In 1937 begon men met een productieproces waarbij afgeroomde melk werd verwerkt tot caseïne. Caseïne was een product dat werd gebruikt in de textielindustrie. Er waren niet veel fabrieken die op deze manier de melk verwerkten en Eemlandia werd daardoor een toonaangevend bedrijf.

De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een forse neergang van de fabriek. Er werd, vooral ook omdat de polders rond Bunschoten in verband met de Grebbelinie lange tijd onder water waren gezet, veel minder melk aangevoerd. Na de oorlog kwam de productie al snel weer op gang. Er werden plannen ontwikkeld om weer met de melkpoederproductie te beginnen. In 1951 verrees aan de westkant van de fabriek een verstuivingstoren. In 1955 werd overgegaan op de productie van kaas, waarbij de caseïnefabriek tot kaaspakhuis werd ingericht. Dit betekende tevens de laatste wijziging van de fabriek als zuivelbedrijf. De kaas bracht niet de winst die men had verwacht en de fabriek leed grote verliezen. In 1957 werd het gebouw overgenomen door de CMC, een landelijk werkende coöperatie van zuivelfabrieken. Contractueel werd vastgelegd dat de fabriek nog vijf jaar in bedrijf moest blijven. Daarna was het snel afgelopen en in 1963 werd de verwerking van melk in Eemlandia gestaakt. Na 45 jaar kwam de eens zo belangrijke fabriek leeg te staan.

Er kwam daarbij ook een einde aan de lange stoet van melkrijders die dagelijks een vracht melkbussen naar de fabriek brachten. En daarmee ook aan de herrie waarmee het laden en lossen van de ijzeren bussen op het ijzer van losplaats gepaard ging. Maar tegelijk kwam er ook een einde aan de karakteristieke rookpluim uit de hoge schoorsteen. Het teken dat de fabriek in bedrijf was.

Het pand werd na een paar jaar verkocht en in de decennia daarna deed het dienst als een soort van bedrijfsverzamelgebouw. Het was een onderkomen voor verschillende bedrijven en bedrijfjes waarvan het transportbedrijf van de Gebroeders Nieuwenhuizen, de eigenaren van het gebouw, het belangrijkste was. Voor hun activiteiten kwam de karakteristieke schoorsteen in de weg te staan en de gemakkelijkste oplossing voor dit probleem was om de pijp op te blazen. Het pand leek haar karakter als zuivelfabriek zo steeds meer te verliezen. Sloop van het immense gebouw kwam om de hoek kijken. Inmiddels waren er landelijk veel meer melkfabrieken gesloten en gesloopt. Het zorgde ervoor dat deze complexen zeldzaam waren geworden. Het was een van de redenen om het gebouw Eemlandia als een rijksmonument aan te wijzen.


Arie ter Beek • jul. 05, 2022

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: