Blogopmaak

Hoge deur in de visafslag

Detail van de bouwtekening uit 1923

Bij het Centrum voor Erfgoed & Cultuur kunnen uiteenlopende vragen worden gesteld over het erfgoed of de cultuur in de gemeente Bunschoten. In deze rubriek wordt getracht op deze vragen een antwoord te geven. Soms is een antwoord gemakkelijk, maar in andere gevallen is er eerst wat onderzoek nodig. Dat was het geval bij een vraag waarom er in de noordgevel van de visafslag een ‘hoog’ geplaatste deur zit en waarvoor deze werd gebruikt. Zat er soms ooit een trap voor?


Een interessante vraag. De aanwezigheid van deze deur is inderdaad vreemd. Doordat de deur hoog zit, kan die niet als ingang worden gebruikt. Dat kan alleen als er een vrij hoge stoep voor zou zitten. En als de deur als ingang gebruikt wordt, leidt deze in de afslag op dit moment zelf nergens naartoe. Een bijzondere situatie.


Uit de bouwtekening van de visafslag uit mei 1923, blijkt dat er voor de deur een stoep was gepland met zeven treden. De deur ging naar binnen open. Vanuit de deur was er een gang gepland tussen de rijen banken. Net als een gang aan de andere kant van de afslag. De vraag is alleen of die ingang wel ooit is gebruikt. En daarmee tegelijk de vraag of die stoep wel ooit is gerealiseerd. Er zijn geen foto’s bekend waarop een trap aan de noordgevel is te zien. Ook aan het metselwerk zoals dat er nu nog bij staat, blijkt niet dat daar ooit een stoep heeft gezeten. Dat zegt niet alles maar het feit dat op foto’s die kort na de bouw van de visafslag zijn gemaakt, geen trap is te zien, versterkt het vermoeden dat de trap nooit is gerealiseerd.


Bij de bouw van de nieuwe visafslag was het de bedoeling dat er 144 zitplaatsen kwamen. Daarvoor waren er 16 banken in gepland. Die waren door de gang in verlengde van de hoge ingang van elkaar gescheiden. Dat aantal zitplaatsen varieerde in de loop van de tijd nogal. Als er in 1923 144 zitplaatsen zijn gemaakt, waren er daarvan in 1949 nog maar zestig over. Dat was op dat moment te weinig en daarom werd het aantal zitplaatsen in dat jaar verhoogd tot 100. Later is dat weer teruggebracht tot de situatie zoals die nu nog is.


Een reden dat de trap niet is gerealiseerd, kan zijn dat er rond het gebouw een vrije ruimte moest overblijven van 2,5 meter. Dat kon met de trapopgang erbij wellicht net gaan, maar het werd wel een obstakel.


Hoe het ook zij, als de trap niet is gemaakt, is het vreemd dat de deur wel is gemaakt. Met de bouw van de trap moest immers eerder worden begonnen dan met het plaatsen van de deur.


Een gedachte die wel eens is geopperd is dat de deur gebruikt kon worden bij extreem hoog water. Dat je dan met een bootje naar de deur kon varen. Dat is inderdaad een mogelijkheid, maar wat had dat voor zin. Want als het water zo hoog kwam, stond het in de visafslag net zo hoog en heeft het geen nut naar binnen te gaan.

Kortom, oorspronkelijk was de deur als een in- en uitgang bedoeld, maar door het achterwege laten van de stoep, had deze vanaf het begin geen functie.


Arie ter Beek • nov. 02, 2023

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 25 okt., 2023
De weg en de gracht naar Spakenburg
Meer berichten
Share by: