Blogopmaak

Eembrugge

Eembrugge op een kaart van rond 1750

Algemeen wordt aangenomen dat het tegenwoordige Eemnes van oorsprong is ontstaan vanuit een nederzetting bij Eembrugge. Die nederzetting lag aan de oostzijde van de rivier, waar naar alle waarschijnlijkheid in de ondergrond een zandopduiking of een rivierduin ligt. Van hieruit ontstond er een kleinschalige ontginning, wellicht al in de 12e eeuw. Deze is op zeker moment uitgebreid naar de westkant van de Eem.


Deze nederzetting komt het eerst voor in twee oorkonden uit begin 1254 waarin onder andere de tiendrechten op het gebied ten westen en ten oosten van de Eem worden verdeeld. Daarin staat de tekst ‘decime in occidentalis parte Eme’ wat betekent: ‘de tiend in het westelijk deel van Eme’. In maart 1254 werd aangaande de kerk geschreven: ‘decima in orientalis part ecclesie de Ema’, wat betekent: ‘de tiend in het oostelijk deel van het kerspel Ema’. Eme en Ema zijn Latijnse vervoegingen. De Sint-Janskerk van Eme of Ema, was al eerder gesticht vanuit Leusden. Het was de parochiekerk van het kerspel dat aanvankelijk het gebied van Bunschoten, Baarn en Eemnes omvatte.


Mevrouw dr. A. Johanna Maris, die medio vorige eeuw een boek over Eemnes schreef, schrijft als vertaling voor 'parte Eme' en 'part ecclesie de Ema': ‘deel van ter Eem’. Zij en andere auteurs over de geschiedenis van deze omgeving hebben heel vaak de naam Ter Eem gebruikt voor de nederzetting voor de periode vóórdat Huis ter Eem werd gebouwd in 1346, bij de kerk aan de oostzijde van de Eem. Dit huis was een versterkte woning van de bisschop van Utrecht. Daarvóór heette de nederzetting echter al gewoon Eembrugge of met iets andere spellingen. Het was het centrum van het kerspel Ema.


Al omstreeks 1300 was er sprake van ‘schepenen en buurmeesters van Eembrucge’, waaruit blijkt dat er een brug was. Voordien was er wellicht een voorde, een doorwaadbare plaats. De plaats van de vroegere voorde – en later de brug – lag tot 1960 op een recht stuk in de rivier tussen de percelen Eemweg 100 en 102. Dat is circa 100 meter noordwestelijk van de huidige brug. Dit was een voor de hand liggende plaats, want de rivier was daar ondiep. Er was daar namelijk geen diepe geul met een uitschurende werking in een buitenbocht. De nederzetting Eembrugge is aan weerszijden van deze brug gegroeid. In de 16e eeuw moest de bebouwing aan de oostzijde verdwijnen door de steeds groter wordende schans rond het kasteel.


In de 16e eeuw raakte het gebruik van de naam Ter Eem in zwang, hoewel de naam ook al eens voorkwam in een rekening uit 1378-1379 van de bisschop van Utrecht, de eigenaar van het kasteel. Nog tot omstreeks 1930 vindt men op topografische kaarten Ter Eem als naam terug in de aanduiding ‘Eembrugge of Ter Eem’. Tegenwoordig wordt de naam Eembrugge ook gehanteerd voor de Eemnesser ‘buurt’, c.q. industriewijk, aan weerszijden van de Baarnse buurtschap langs de Eemweg.


Ontleend aan: Jaap Groeneveld, 'Stadjes, buurtschappen en polders', in : Eemnesser Namenboek – Verklaringen van onze plaats-, veld- water-, huis- en straatnamen, Eemnes 2021. 

Jaap Groeneveld • jan. 09, 2024

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
door Arie ter Beek 25 okt., 2023
De weg en de gracht naar Spakenburg
Meer berichten
Share by: