Kruiskerk
Na de verwoesting van Bunschoten rond 1428, dat een gevolg was van een verkeerde politieke stellingname, is na verloop van tijd begonnen met de bouw van de nieuwe kerk. Gelet op de stijl waarin de kerk is gebouwd en de motieven in het interieur, is deze kerk in de periode 1475-1500 gerealiseerd. In die tijd werd bij de bouw van een kerk begonnen met het achterste deel van de kerk, het zogenaamde koor. Daarna werd middengedeelte, het schip, met de zijbeuken gebouwd. Als laatste werd de toren gerealiseerd. In die tijd duurde de bouw van een kerk soms wel enkele tientallen jaren. Overeenkomstig Rooms-katholieke traditie werd het gebouwd met een kruis als plattegrond. Het koor was op het oosten georiënteerd. Het koor was wat lager gebouwd dan de kerk en de zijbeuken. Het interieur van de kerk wordt door een houten tongewelf afgedekt. Zowel in de noord- als in de zuidwand bevindt zich een wijwaternisje. Dat van de noordzijde is voorzien van een natuurstenen tracering.
De grootste verandering die na de Reformatie plaatsvond, was de sloop van het koor en het dwarsschip. Op 3 maart 1779 besloot het college van kerkvoogden het koor en het dwarsschip met de dakruiter (een klein torentje) af te breken. Dat besluit werd genomen omdat de kerk, die inmiddels zo’n tweehonderd jaar oud was, was vervallen en dringend gerestaureerd moest worden. Geld voor een restauratie was er niet. Omdat de kerk te groot was gebleken voor de gemeente, kon wel met een kleiner gebouw worden volstaan. Het koor kwam het meest voor sloop in aanmerking. Dit was het oudste stuk en ook het meest vervallen. De zijbeuken die het eigenlijke dwarsschip vormden, waren ook overbodig. De verkoop van het sloopmateriaal leverde geld op dat voor de restauratie van het overblijvende deel van de kerk kon worden gebruikt. Bovendien hoefde er zo minder te worden gerestaureerd.