Blogopmaak

Het monument van de twee gesneuvelden op 10 mei 1940

Bij het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940, sneuvelden twee militairen uit de gemeente Bunschoten: Jan Baas op 10 mei en Dirk Koelewijn op 12 mei. Ze werden in juni 1940 herbegraven op de begraafplaats Memento Mori. Diezelfde maand nog besloot de gemeenteraad tot het oprichten van een gedenkteken.

De opdracht voor het vervaardigen van het monument werd verstrekt aan Willem Stuurman uit Amersfoort. Op zaterdag 23 december 1940 werd het onthuld nadat het die week ervoor op de begraafplaats was neergezet.

Het monument is gemaakt van zandsteen. Het stelt een afgebroken zuil voor als symbool voor een afgebroken leven. Daarop was aan de bovenkant de datum van 10 mei 1940 gegraveerd met daartegen een gestreken vlag en twee geweren in rust. Aan de voet van de zuil liggen twee helmen van Nederlandse militairen.

Verder is in de steen gegrift: ‘Voor Neerlands onafhankelijkheid vielen J. Baas, geboren 26 januari 1912, gesneuveld te Bleiswijk. D. Koelewijn, geboren 10 october 1919, te Zutfen.’ Aan de andere kant van het monument staan de woorden: ‘Een laatste hulde aan onze helden, Den Vaderland getrouwe, Blijf ik tot in den doet.’ Het monument was destijds geplaatst op de twee oorlogsgraven waarbij het geheel was afgezet met een afrastering en de grond met zandkiezel was bedekt.

Na de oorlog is ruimte gemaakt voor meer graven. Het herdenkingsteken werd daarbij verplaatst. In de loop van de tijd zijn de contouren van het monument wat vervaagd. Kalkzandsteen is een zacht materiaal. Daardoor is niet meer direct een gestreken vlag te herkennen terwijl door de plaatsing in de hoek de achterkant niet direct zichtbaar is.

Arie ter Beek • mrt. 02, 2022

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: