Blogopmaak

Dorpsstraat 58-60

Reconstructie oorspronkelijke situatie

Een van de oudste woningen in de gemeente Bunschoten is de voormalige herberg en boerderij Het (vergulde) Lam aan de Dorpsstraat. Een muuranker aan de voorgevel van het pand geeft het jaartal 1625. Een pand dat alleen al door de grote ouderdom een rijke geschiedenis kent. De verschillende bestemmingen in de loop van de eeuwen maken die historie nog veel levendiger.

In de tijd dat het werd gebouwd, zijn er in de stad Bunschoten niet veel panden geweest die uit baksteen waren opgetrokken. Dat maakte het direct al tot een bijzonder pand. In die eerste eeuw van haar bestaan woonde er onder meer de Maarschalk van Eemland. Dat wil zeggen een ambtenaar met een belangrijke functie, al moest hij er meestal een beroep bij hebben, en dit geval was hij veehouder. Die maarschalk was jonkheer Pieter Ernst van Abcoude van Meerten en hij was getrouwd met Magtelt, barones van Wassenaer van Duivenvoirde. Klinkende en voornaam aandoende namen. De naam van de vrouw kan mogelijk in verband worden gebracht met de boerderij Wassenaarshoeve die op een oude lijst van boerderijen uit 1631 voorkomt. Mogelijk was dit hetzelfde pand. Na het overlijden van de maarschalk en zijn vrouw, komt het pand rond 1700 in andere handen. De naam Wassenaarshoeve wordt niet meer gebruikt. Een nieuwe naam is er in 1764 als een deel van de boerderij als herberg wordt ingericht. Dat wordt Het Vergulde Lam, vaak afgekort als Het Lam.



Gemeentehuis

Als herberg wordt het voor verschillende doeleinden gebruikt en rond 1820 komt daar ook een gebruik als gemeentehuis bij. De gemeente had geen eigen pand en huurde voor haar activiteiten een kamer in de herberg. Niet alleen voor de vergaderingen van de raad, maar ook van het college, voor de burgerlijke stand enzovoorts. Dat duurde tot 1870. De toenmalige eigenaar Rutger ter Beek, was lange jaren raadslid en ook enige tijd wethouder. Wellicht vond hij het op dat moment wel genoeg. Hij was zeventig jaar en is rond die tijd ook gestopt met de herberg. Vervolgens is het 120 jaar lang onafgebroken in gebruik geweest als boerderij en de laatste tijd weer alleen als woning.


Wijzigingen

In de loop van de eeuwen heeft het pand verschillende wijzigingen ondergaan. Er zijn geen tekeningen van het pand in vroeger eeuwen. De eerste keer dat er iets duidelijk wordt, is met het maken van de tekeningen voor het kadaster in 1822. Duidelijk blijkt dat het een lengte heeft van twintig meter evenwijdig aan de straat en haaks erop een dwarsgedeelte dat voor een deel 35 meter lang was en voor de andere 25 meter. In die tijd had de voorgevel waarschijnlijk ook nog een kopgevel. Dat is af te leiden aan de looprichting van de balklagen in het pand. In 1855 trouwde de zoon van Rutger ter Beek en die ging met zijn vrouw ook in de herberg wonen. Waarschijnlijk was het achterste gedeelte, waar het vee werd gestald, na 225 jaar wel zodanig vergaan, dat vernieuwing noodzakelijk was. Een groot deel van het dwarsgedeelte werd gesloopt en er kwam een andere stal voor in de plaats. Wellicht is op dat moment ook de kopgevel aan de voorkant verwijderd.

Lange tijd waren de zijgevels zogenaamde trapgevels. Ook was de kap een stuk hoger. In 1938 was de kap zo slecht geworden dat vervanging noodzakelijk was. Daarbij zijn de gevels en de borstwering verlaagd waardoor het geheel wat lager en eenvoudiger werd. Er kwamen andere dakpannen op en dakkapellen.

Na de beëindiging van de functie als boerderij en bij een complete restauratie, verdwenen de hooibergen, silo’s en andere bijgebouwen.

Arie ter Beek • jul. 11, 2022

Overige artikelen

door Arie ter Beek 24 apr., 2024
Titelpagina Van Bunschoten family
door Arie ter Beek 12 mrt., 2024
Defile van de afdeling in 1928 in Den Haag
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Wat is Eemsnoer en de Canon van de Eem
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
Eembrugge op een kaart van rond 1750
door Arie ter Beek 09 jan., 2024
Voorbeeld van een draaipaal of springstok
door Jaap Groeneveld 09 jan., 2024
De haven van Eemnes
door Arie ter Beek 18 dec., 2023
Het Raboes vanuit de lucht 
door Arie ter Beek 13 dec., 2023
In de tijd dat de Zuiderzee nog bestond, was het in het donker moeilijk om de Eem te vinden. Volgens oude bronnen werd al in 1696 een lantaarn aan de westkant van de monding geplaatst. Dat heeft vast iets geholpen, maar afdoende was het niet. In de Bunschoter van 4 februari 1972 lezen we dat Renger Boelhout op dat moment verantwoordelijk was voor het ontsteken van de lichten langs de Eem. Zijn vader en grootvader deden dat voor hem al vanaf 1851. Was er oorspronkelijk alleen een lantaarn aan de westkant. Dat veranderde pas in 1931. In die tijd vond een flinke verbetering van de Eem plaats en daarbij ook het verbeteren van de verlichting. Er werden aan beide zijden aan de monding Eem mast geplaatst met daarop een lantaarn. Ook landinwaarts kwamen er twee lichtopstanden. De achterste had een hoogte van 17 meter en de voorste had gerekend vanuit zee een hoogte van 10 meter. Stonden die twee geleidelichten zoals ze ook wel werden genoemd, in een lijn, dan wist de schipper dat hij recht voor de Eem voer. Op zich natuurlijk een flinke verbetering, maar verder langs de Eem werd niets geplaatst. Dat betekende dat een schipper in het donker maar moest ontdekken waar de vele bochten in de Eem waren. De lichtopstanden waren grote vierkante masten die echt iets weg hadden van vuurtorens. In het midden van de mast zat een trap waardoor bij het licht kon worden gekomen. Ergens eind jaren 1970 zijn de masten vervangen door lichten op een soort van lantaarnpaal. Die zijn niet meer als een vuurtoren te zien.
door Arie ter Beek 12 dec., 2023
Voorbeeld van een draaipaal
door Arie ter Beek 02 nov., 2023
Detail van de bouwtekening uit 1923
Meer berichten
Share by: