De toren
De westzijde van de kerk wordt gedomineerd door de toren. Ter weerszijden van de ingang is in donker getinte baksteen een ruitvormig patroon gemetseld. Dit patroon is waarschijnlijk een symbool van wereldlijke of rechterlijke macht. Deze betekenis stamt uit de tijd van de Germanen en de Franken die met een X of een ruit een plaats van rechtspraak zouden hebben aangeduid. Tijdens de bouw van de toren waren de wereldlijke en geestelijke macht in Utrecht nauw met elkaar verbonden; het aanbrengen van een teken van wereldlijke macht op een geestelijk gebouw is daardoor niet onwaarschijnlijk.
In de Franse tijd werden staat en kerk strikt gescheiden. Een gevolg van deze scheiding was onder andere dat de torens en klokken eigendom werden van de overheid. De torens konden dienst doen als uitkijkpost. Vanaf 1798 was deze bepaling van kracht, maar in Bunschoten vond de officiële overdracht van de toren aan de burgerlijke gemeente pas in 1812 plaats. Vanaf die tijd heeft de gemeente waarschijnlijk een ruimte in de toren als gevangenis in gebruik genomen.
In 1903 werd het grote venster boven de ingang van de in verval zijnde toren dichtgemetseld. Het bovenste deel van de toren werd tegelijk van een pleisterlaag voorzien omdat de voegen erg slecht waren. Het pleisteren was een goedkope en goede oplossing, maar tegelijk erg lelijk. In de jaren 1954-1957 vond opnieuw een grootscheepse restauratie plaats. In 1955 was de restauratie van de kerk grotendeels afgerond en in 1957 werd die van de toren beëindigd. De toren is toen weer in de oude stijl teruggebracht. De pleisterlaag werd verwijderd en het venster boven de ingang hersteld.